+32 50 33 32 68 howtotest@metrisquare.com
Peabody Picture Vocabulary Test-III-NL (PPVT-III-NL)
Afkorting: PPVT-III-NL
Jaar uitgave: 2005
Duur: 10 à 15 minuten
Leeftijd: 2 jaar, 3 maand – 90 jaar
Uitgever: Pearson
Beschrijving test: Woordbegrip vertoont een hoge samenhang met begrijpend lezen en is een goede voorspeller van de algehele taalvaardigheid. Daarnaast heeft het taalbegrip zoals gemeten met deze test een hoge samenhang met intelligentie en kan als eerste verkenning van de intelligentie van de leerling worden ingezet. Naast de functie als diagnostisch instrument om het woordbegrip te meten, kan de test mogelijkerwijs ingezet worden als screeningsinstrument voor de taalontwikkeling van het Nederlands als eerste taal. Bij de samenstelling van de items voor de Nederlandse versie is nadrukkelijk rekening gehouden met de mogelijkheid de test in te zetten voor hen die het Nederlands als tweede taal verwerven. De PPVT-III-NL is een vertaling en bewerking van de Amerikaanse PPVT-III waarmee internationaal veel onderzoek is en wordt gedaan. Daardoor is het mogelijk onderzoeksresultaten onderling te vergelijken. De PPVT-III-NL bevat 204 testplaten met telkens 4 afbeeldingen. De cliënt kiest de juiste afbeelding bij een mondeling aangeboden woord. De PPVT-III-NL is dus een multiple choice- of meerkeuzetest.
Meetpretentie: De PPVT-III-NL meet receptieve woordkennis.
Normering:
  • 2,3 t/m 5,11 jaar: normen per maand
  • voor kinderen vanaf 6,0 t/m 14,11 jaar: 3 maandelijkse normen
  • van 15,0 t/m 39,11: halfjaarlijkse normen
  • van 40 t/m 50 jaar: jaarlijkse normen
  • 51 t/m 90 jaar: één groep.
Reynell Taalontwikkelingsschalen (RTOS)
Afkorting: RTOS
Jaar uitgave: 1993
Duur: 45 minuten
Leeftijd: 2-5 jaar
Beschrijving test:  Met de Reynell Taalontwikkelingsschalen kan het taalbegripsniveau en het taalproductieniveau van het jonge kind afzonderlijk worden bepaald. De Taalbegripsschaal bestaat uit tien in moeilijkheidsgraad oplopende secties (74 items ). De Taalproductieschaal bestaat uit drie subtests, namelijk woordenschat, taalinhoud en beoordeling van spontane taal. De instructies bij het gebruik van de taalbegripsschaal/ taalproductieschaal bieden een uitgebreide en gedetailleerde beschrijving van de gestandaardiseerde werkwijze bij afname en scoring. Een didactisch filmpje van 30 minuten illustreert de gestandaardiseerde afname- en verwerkingsprocedure.
Meetpretentie: Deze taalontwikkelingsschalen meten zowel het receptieve als het productieve taalontwikkelingsniveau van Nederlandstalige kinderen.
Normering: 1j 10m 16d tot en met 5j 1m 15d.
Token Test (TTFC-2)
Afkorting: TTFC-2
Jaar uitgave: 2007
Duur: 10-15 minuten
Beschrijving test: De TTFC-2 wordt geleverd met 20 kleine tokens, variërend in grootte (groot en klein), vorm (ronde en vierkante) en kleur (blauw, groen, geel, wit en rood). Het kind krijgt drie kansen om te oefenen. De testleider geeft het kind dan 46 taalkundige opdrachten, waarop het kind moet reageren door de tokens te manipuleren. De opdrachten zijn ingedeeld in vier delen met toenemende moeilijkheid, en moeten in opeenvolgende volgorde worden afgenomen.
Meetpretentie: De TTFC-2 is een screeningstest voor het meten van taalbegrip bij jonge kinderen.
Normering: Amerikaanse normen
Akense Afasie test (AAT)
Afkorting: AAT
Jaar uitgave: 2008
Duur: 60 à 90 minuten
Leeftijd: 21-75 jaar
Uitgever: Hogrefe
Beschrijving test: De AAT bestaat uit 6 subtests:
  • Spontane Taalproductie
  • Token Test
  • Naspreken
  • Schrijftaal
  • Benoemen
  • Taalbegrip

De Token Test is de beste subtest en wordt in veel onderzoek gebruikt als screeningtest voor afasie. Een verkorte versie (Heesbeen & Van Loon-Vervoorn, 2002) bestaat uit de subtests Spontane Taalproduktie, Token Test en enkele taken uit de vier overige subtests. Deze versie kan als screeningsbatterij gebruikt worden maar is niet geschikt voor diagnose of opstellen van een behandelplan.

Meetpretentie: De AAT detecteert afasie bij patiënten met hersenbeschadiging, bepaalt de ernst en het type van de afasie, en analyseert het taalprofiel.
Bruikbaarheid: De AAT is goed in staat om onderscheid te maken tussen mensen met en zonder afasie, de ernst van de afasie vast te stellen en de aard van de afasie te bepalen. De subtest Token Test komt als beste naar voor en kan gebruikt worden als screeningtest. De afname en interpretatie veronderstellen een goede kennis van de afasiesymptomen en afasiesyndromen en andere spraakstoornissen, zoals verbale apraxie en dysartrie. Het instrument is niet bedoeld om uitspraken te doen over de communicatieve vaardigheden in het dagelijkse leven van de patiënt.
Normering: Afatische patiënten en controles
Bronnen: 
Boston Diagnostic Aphasia Examination
Afkorting: BDAE
Jaar uitgave: 1983, 2000
Beschrijving test: De testbatterij bestaat uit 34 subtests die een evaluatie beogen van alle taalcomponenten en communicatiegerelateerde functies. Er bestaat ook een verkorte versie, de BDAE-3.
Meetpretentie: Deze testbatterij is geschikt om de diagnose afasie te stellen.
Bruikbaarheid: De afname van de totale batterij duurt zeer lang (1 à 4 uur) en vereist een goede kennis van de afatische syndromen en symptomatologie.
Clinical Evaluation of Language Fundamentals - Nederlandse versie 4 (CELF-4-NL)
Afkorting: CELF-4-NL
Jaar uitgave: 2008
Duur: 30 à 60 minuten
Leeftijd: 5-18 jaar
Uitgever: Pearson
Beschrijving test: De CELF-4-NL maakt gebruik van een flexibele, stapsgewijze benadering van vier niveaus om te komen tot een snelle en betrouwbare identificatie van taalproblemen.
  • Niveau 1: Is er een taalprobleem? U neemt eerst de vier meest discriminerende subtests, de kerntests, af om de zogeheten Kernscore te verkrijgen. Op deze manier kunt u snel en betrouwbaar vaststellen of er sprake is van een taalprobleem.
  • Niveau 2: Op welk gebied heeft dit kind een taalprobleem? U kunt de aard van het taalprobleem nader onderzoeken door aanvullende subtests af te nemen. De CELF-4-NL geeft standaardscores voor prestaties op verschillende deelgebieden: taalbegrip, taalproductie en taalgeheugen.
  • Niveau 3: Zijn er ook problemen op andere gebieden? Op dit niveau onderzoekt u een mogelijk verband tussen taalprobleem en een onderliggende (klinische) problematiek met subtests als: Fonologisch bewustzijn, Snel Benoemen, Cijfers Herhalen, Reeksen opsommen, en Woordassociaties.
  • Niveau 4: CELF-4-NL bevat verder twee niet-genormeerde vragenlijsten: De vragenlijst Pragmatiek en de Observatieschaal, die de leerkracht of therapeut behulpzaam kunnen zijn bij de observatie en beoordeling van de communicatieve en sociale vaardigheden van het kind in de klas.
Meetpretentie: De CELF is een taaltest voor de diagnose en evaluatie van taalproblemen.
Normering: Vlaamse normen Nederlandse controle kinderen, allochtone kinderen, kinderen met een ernstige spraak- en taalstoornis, kinderen met gehoorproblemen, dyslectische kinderen, kinderen met autismespectrum stoornissen.